The Linux Standard Base
is
a specification for allowing the same binary package to be used on multiple
distributions. After Jessie (Debian 8) was released, Debian abandoned
the pursuit of LSB compatibility. See this July 3, 2015
message from Didier Raboud
and the following discussion for
background information.
Toen het huidige sid niet bestond, vertoonde de organisatie van de FTP-site een belangrijk mankement: de aanname was dat als een nieuwe architectuur gecreëerd werd in de huidige onstabiele distributie, deze uitgebracht zou worden wanneer deze distributie de nieuwe stabiele distributie werd. Voor veel architecturen was dat niet het geval, met als gevolg dat deze mappen verplaatst moesten worden op het moment van de release. Dit was niet praktisch, aangezien het verplaatsen veel bandbreedte vrat.
Vele jaren omzeilden de archiefbeheerders dit probleem door de binaire bestanden voor niet-uitgebrachte architecturen in een bijzondere map te plaatsen met als naam "sid". Voor die nog niet uitgebrachte architecturen werd er een koppeling van het actuele "stable" naar "sid" gemaakt wanneer zij voor het eerst uitgebracht werden, en vanaf dan werden ze, zoals de normale gang van zaken is, binnenin de boomstructuur van "unstable" aangemaakt. Voor gebruikers was deze indeling nogal verwarrend.
Met de introductie van pools van pakketten (zie Wat is de map pool?, Sectie 6.10) begon men binaire pakketten op te slaan op een geëigende plaats in de pool, ongeacht de distributie waartoe ze behoorden. Daardoor had het uitbrengen van een release bij de spiegelservers niet langer een grote consumptie van bandbreedte tot gevolg (doorheen het ontwikkelingsproces vindt er echter heel wat graduele bandbreedteconsumptie plaats).
dists/stable/main, dists/stable/contrib, dists/stable/non-free en dists/unstable/main/, enz.
Vroeger werden pakketten bewaard in een onderliggende map van dists die overeenkwam met de distributie waarin ze thuis hoorden. Het bleek dat dit tot verschillende problemen leidde, zoals een groot gebruik van bandbreedte door spiegelservers wanneer er belangrijke wijzigingen aangebracht werden. Dit werd opgelost door het introduceren van de pakketpool.
De dists-mappen worden nog steeds gebruikt voor de indexbestanden die door programma's zoals apt gebruikt worden.
Merk op dat er bepaalde uitgaven (ports) zijn die dit gereedschap ook ter
beschikking stellen bij andere pakketbeheersystemen, zoals het
pakketbeheersysteem van Red Hat, ook gekend als rpm
In 2014, Debian changed its default init system from System V init to systemd.
Debian 8 "jessie" in April 2015 was the first release to ship with
systemd as default init. Four decisions
of
the Debian Technical Committee were involved: Bug
#727708
2014-02-11: "The committee decided that the default
init system for Linux architectures in jessie should be systemd." Bug
#746715
2014-08-01: "The technical committee expects
maintainers to continue to support the multiple available init systems",
and merge reasonable contributions. Bug
#746578
2014-11-15: "The committee decided that systemd-shim
should be the first listed alternative dependency of libpam-systemd instead of
systemd-sysv." This decision made it easier to keep running a non-systemd
Debian system. Bug
#762194
2017-11-04: "On automatic init system switching on
upgrade"
Gebruik daarvoor het adres debian-lijst-onderwerp-REQUEST@lists.debian.org.
De Debian GNU/Linux FAQ
versie 9.0, 19 November 2020